Hondenweer

En zo wandelde ik door dat rotweer met onze puppy. “En we zullen er elke dag mee gaan wandelen, papa.” Je weet gewoon dat dat echt niet gaat gebeuren. Je weet dat het niet waar is wat ze beloven. Die eerste drie weken nog wel. Maar dan is er plots toch weer schoolwerk of –toen het nog kon- voetbaltraining, balletles. Enfin, altijd wel iets. Maar goed, ik wilde ook een hond en ik vind wandelen niet erg, dus het is geen ramp.

Ik hoef niet eens ver te zoeken om te weten dat het hierop ging uitdraaien. Heel subtiel herinnerden mijn ouders me nog aan die twee konijntjes ergens midden de jaren tachtig. “Ik zal elke dag het hok zuiver maken en de keutels opruimen. Echt, ik beloof het.” Na lang zeuren, timmerde mijn vader een hok, leverde Jaak van’t Witterke naast steenkool ook nog een zak stupkes en wij op zondagmorgen naar de markt in Mol.

Zeker die eerste drie weken stond er geen maat op mijn plichtsbesef. Vanaf week vier werd het hok nog maar om de twee dagen uitgeveegd. Vanaf week 5 om de drie dagen en dan elke week steeds iets minder. Tot mijn vader net die ene keer teveel het hok had moeten opruimen.

Plots waren ze verdwenen. Ontsnapt. Helaas. Maar ik wist wel beter. Ik had wel gezien dat ze poedelnaakt aan de wasdraad hingen. Het verband met de gedroogde pruimen die mijn moeder plots van de winkel meebracht, kon ik niet leggen. Maar volgens de overlevering zijn de konijnen nooit opgegeten en zijn de pruimen onverrichterzake en over datum in de vuilbak beland.

Maar terug naar die stortbui waarin ik was verzeild. De puppy keek me met van die droevige ogen aan. Een blik die vroeg: “Mens, kom we gaan naar huis. Waar denk je dat het spreekwoord ‘geen weer om een hond door te jagen’  vandaan komt?”  Exact van die ogen waarmee de kinderen me hadden aangekeken toen ze vroegen, nee zaagden, wat zeg ik, bijna smeekten om een hond.

Helemaal doorweekt kwamen we thuis. De kinderen waren erg bekommerd om de doorweekte hond. Dat raakte me. Ze haalden er meteen een handdoek bij, droogden hem af, bemoederden de puppy, een snoepje, de föhn werd erbij gehaald…het kon niet op. En ik? Ik stond nog buiten mijn schoenen uit te doen en mijn kleren uit te wringen. Zover waren we al. En toen moest het beste nog komen: “Zeg papa, het is niet omdat jij dagelijks wil wandelen, dat je die hond daarin moet meesleuren. Straks is ie nog verkouden”.

Het baasje? Een hondenleven heeft ie.

Dave Cuypers
02/03/2021

Volgende edities

'T GRAFIEKJE
• Uitgave week 18
2 - 3 mei
• Aanlevering:
di. 23 april vóór 10u!

AFRIT31
• Uitgave week 18
2 - 3 mei
• Aanlevering:
di. 23 april vóór 10u!