Het Natuurhulpcentrum loopt langzaam leeg. Vanaf de tweede helft van september worden de jonge roofvogels die in ons centrum werden grootgebracht, vrij gelaten. Meer dan 100 roofvogels (buizerds, torenvalken, bosuilen, kerkuilen, steenuilen,…) vlogen hun vrijheid tegemoet.
Het is nu trouwens het ideale moment daarvoor omdat de landbouwers hun velden oogsten. De vele muizen en andere dieren die op de oogstrestjes afkomen, zorgen zo voor een gemakkelijk voedselaanbod voor onze jonge roofvogels.
Maar niet alle jonge vogels waren klaar voor een leven in de vrije natuur. Het jongste dier dat op dit moment in ons centrum verblijft is een piepjonge kerkuil. Die werd gevonden tijdens verbouwingen. Het is een vreemd zicht om in oktober nog een draaiende couveuse te zien met daarin een piepend uilskuiken.
Het is dan ook eerder uitzonderlijk dat vader- en moederkerkuil nog zo laat op het seizoen aan een nest begonnen zijn. Mogelijk ging het om onervaren ouders of is een eerder legsel mislukt. Dit ukkie zal waarschijnlijk de hele winter bij ons blijven en pas volgend voorjaar worden vrijgelaten. Gelukkig hebben we de hele winter enkele grote revalidatievliegkooien ter beschikking zodat het jong alle kansen krijgt om te leren vliegen en jagen…
