Sinds 1 januari vingen we al meer dan 25 buizerds op, dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. De buizerd is de meest voorkomende roofvogel in Vlaanderen. Het is een vrij grote vogel die je regelmatig in een weide op een paaltje ziet zitten. Ze eten een beetje vanalles: konijnen, ratten, muizen maar ook regenwormen, kevers en aas. Het gebrek aan voedsel blijkt in deze periode de grote boosdoener. Door een aanhoudende koudeperiode met aansluitend erg natte dagen vinden onze buizerds moeilijk voedsel. De muizen zitten ofwel lekker warm onder de sneeuw in een holletje, of verdrinken in hun holletjes bij felle regenbuien.
Het merendeel van de buizerds worden graatmager bij ons binnengebracht. Onze dierenverzorgers proberen hen dan terug op te krikken met krachtvoer en een lekker warme kooi. Andere buizerds die honger hebben, zoeken hun heil in het eten van dode dieren naast de rijbaan. Maar op die manier worden de vogels soms zelf verkeersslachtoffer.
In het Natuurhulpcentrum hebben we gelukkig erg ervaren dieren-
artsen die complexe vleugelbreuken middels een operatie kunnen herstellen. De vogels wacht dan vaak een lange revalidatie. Als verzwakte vogels terug op krachten zijn of geopereerde vogels terug hersteld, worden ze gehuisvest in onze grote revalidatievliegkooi. Die doet eigenlijk dienst als fitness. De vogels hebben er enorm veel ruimte en kunnen er naar hartelust vliegen. Op die manier bouwen ze conditie en kracht op, zaken die ze absoluut nodig hebben in de vrije natuur.
Op dit moment verblijven er een tiental buizerds in onze vliegkooi die klaar zijn voor hun vrijlating. Dat is natuurlijk het mooiste van onze job als dierenverzorger: het vrijlaten van gerevalideerde dieren. Onze buizerds krijgen voor vrijlating altijd een wetenschappelijke ring rond hun poot. Op die manier krijgen we soms nog nieuws van hen: bijvoorbeeld als ze jaren later door wetenschappers worden aangetroffen op een bezet nest. Dan weten we dat het goed met ze gegaan is…