Toen ik nog als kind bij mijn ouders woonde, was onze buurman een slager. Enfin, die man is nog steeds slager, maar ondertussen zijn zowel mijn ouders als ik verhuisd. Hoewel ik aanvankelijk aan de hand van mama of papa meeging naar de winkel om een lekker koteletje of wat charcuterie, kreeg ik – naarmate ik ouder werd – de verantwoordelijkheid om af en toe zélf eens de voordeur uit te gaan, twintig meter naar links te wandelen, de met-airco-gekoelde slagerij binnen. Op zomerse dagen was het die moeite zeker waard. Met een briefje in de hand of de bestelling uit het hoofd geleerd, wachtte ik rustig mijn beurt af. “Vijf braadworsten, 5 kippenfilets en 200 gram gehakt alsjeblief”, bestelde ik beleefd. En dan kwam die onvermijdelijke vraag: “Mag het ietske meer zijn?” Daar stond ik dan met mijn mond vol tanden. Mag het iets meer zijn? Wat wist ik daarvan? Alsof ik kon raden wat mijn mama als volleerde keukenprinses uit haar kookpotten of oven wou toveren?! Wat als ik te veel meebracht? Zou het dan opraken? En stel je voor dat ik te weinig had, zou ik dan terug moeten om de rest? Het stelde mijn kinderbrein voor een onmogelijke keuze.
“Mag het ietske meer zijn?” hoorde ik nogmaals. “Wel euh … jaja” probeerde ik op goed geluk. Met een zekere schroom ging ik terug naar huis. Oef, het “ietske meer” werd niet opgemerkt. Missie geslaagd dus!
Tegenwoordig ga ik nog amper naar een slager. Dat komt deels omdat ik minder vlees eet en deels ook omdat de inkopen meer en meer gebeuren in de slagerij van een supermarkt. Daar zijn de stukjes vlees goed ingepakt en word ik niet meer voor de verscheurende “ietskemeerkeuze” gesteld. Toch overvalt de vraag me soms nog wel eens, zij het in een andere context: mag het in het leven ietsje meer zijn?
Inderdaad, soms mag het heel duidelijk wat meer zijn: meer tijd voor elkaar zonder gestoord te worden door een om-aandacht-schreeuwende smartphone; wat meer rust op momenten dat het misschien niet in de agenda past; wat meer begrip voor jezelf of voor elkaar op momenten dat het niet loopt zoals je het in gedachten hebt; wat meer … Er zijn zoveel dingen waar we met een klein beetje meer een massa meer deugd aan zouden hebben.
Het daagt ons echter ook uit om stil te staan bij de omgekeerde vraag: mag het wat mínder zijn? Ook daar stel ik vast dat een klein beetje minder voor velen al een wereld van verschil zou betekenen: minder wapens die vaak ook onschuldigen treffen; minder argwaan tegenover wie ons vreemd en onbekend is; minder stress voor examens of om aan bepaalde verwachtingen te voldoen; minder schermtijd op momenten die verloren lijken; minder oordelen over onszelf of anderen … Want elk “minder” brengt ook “meer”.