Een café zonder bier

Wie wat vertrouwd is met onze Nederlandse taal, kent ongetwijfeld de uitdrukking “een café zonder bier”. Meestal komt ervoor nog iets te staan om de vergelijking compleet te maken. De afgelopen maanden kwam dat horribele café me meermaals voor de geest. Ik maak u even deelgenoot in mijn duistere gedachten.

Wat dacht u van een “voetbalstadion zonder supporters”, een “kantoorruimte zonder werknemers”, een “jeugdvereniging zonder spelende jongeren”, een “kerk zonder gelovigen” of zelfs “een school zonder leerlingen”? Als we dat alles vergelijken met dat beroemde café waar geen bier door de tapkranen vloeit, kan u zich ongetwijfeld voorstellen dat dit wel een nachtmerrie moet zijn. Niets is minder waar: de voorbije maanden voelde onze hele maatschappij aan als een café zonder bier.

Bij dit schrijven gaan de coronacijfers al een aantal dagen na elkaar de goede richting uit (dat wil zeggen: neerwaarts). Experts, politici en de gewone man op de straat – zoals u en ik – houden hun hart vast in de hoop dat deze tendens zich verder zet. Hoe dan ook: de scholen zijn terug opgestart en enkel wanneer de cijfers niet meer zo gunstig evolueren, wordt een plan-B uitgerold. Gelukkig maar, want meer dan ooit werden kinderen en jongeren teruggeworpen op zichzelf, hun gezin en een heel beperkte kring van naasten.

In deze periode merken we dat een school niet alleen een plaats is waar geleerd wordt, maar waar ook geleefd en gespeeld wordt en waar zingeving een plaats krijgt. Door dagelijks contact met anderen op school leren jongeren in een beschermd milieu verantwoordelijkheid nemen, bouwen ze intense vriendschappen op en denken ze na over wie ze willen zijn en worden.

Jongeren hebben soms het gevoel dat deze periode hun jeugd wordt afgenomen. Of dat een terechte bemerking is, laat ik hier in het midden. Het is echter wel hun gevoel en dat moeten we ernstig nemen. Laten we hen stimuleren om in deze bijzondere tijd hun jeugd te beleven daar waar ze wél nog jong mogen zijn: op school. Als onze verzekering op de toekomst, zijn we hen dat verschuldigd. Wanneer we in de toekomst opnieuw een café mét bier willen, kunnen we niet anders dan hen kansen geven zich te ontwikkelen en te ontplooien.

Laat dat dan onze wens zijn voor elkaar bij het begin van dit nieuwe jaar: een jaar waarin het bier rijkelijk vloeit in de spreekwoordelijke cafés van onze samenleving en waar we opnieuw perspectief mogen zien, zowel als plaatselijke gemeenschap als individueel. Laten we daarin de moed niet opgeven en een blijvende steun zijn voor elkaar.

D'n Meester
01/13/2021

Volgende edities

'T GRAFIEKJE
• Uitgave week 18
2 - 3 mei
• Aanlevering:
di. 23 april vóór 10u!

AFRIT31
• Uitgave week 18
2 - 3 mei
• Aanlevering:
di. 23 april vóór 10u!