Jouw hallo maakt mijn dag

Op 21 november was het Word Hello Day! Ach, tegenwoordig wordt er elke dag wel iets gevierd – op  10 oktober is het zelfs National ‘Hug a Drummer Day’ – en ook zo stond ‘Hallo’ de 21ste centraal. Het moest eigenlijk niet specifiek ‘hallo’ zijn, ‘juuuuw’, ‘joooouw’, ‘hei’ of ‘helaba’ waren ook goed. Het ging om de begroeting. 

Het klinkt evident om goedendag te zeggen tegen de mensen die je passeert, maar dat is toch niet altijd zo. ’s Morgens op het werk lopen de begroetingen uiteen. De ene roept uit volle borst ‘goedemorgen’ door de gang, terwijl de andere iets binnensmonds mompelt en naar de voeten blijft staren. Natuurlijk is de ‘morgen’ niet voor iedereen ‘goed’ en anders wel veel te vroeg. 

Als het al niet zo gemakkelijk is om hallo te zeggen tegen je eigen collega’s, hoe moeten we dit dan in hemelsnaam aanpakken tegen kennissen of – godbetert – onbekenden op straat? Als we geen oogcontact maken, kunnen we doen alsof we zo in gedachten verzonken waren, dat we elkaar niet opgemerkt hebben.  Kruisen onze blikken toch op één of andere manier, is er nog altijd de ‘grimlach’. 

Ik las onlangs over die Vlaamse grimlach: de onderlip over de boventanden, de mondhoeken opzij getrokken en een verontschuldigende blik in de ogen. Net zoals ik deed, zal je die net geprobeerd hebben en heeft de herkenning een kleine glimlach op je gezicht getoverd. De grimlach passen we allemaal toe, waarbij we van onszelf vinden dat we toch wel vriendelijk en sociaal zijn geweest. 

Maar dit was dus niet genoeg op World Hello Day. Bovendien doet een oprechte goedendag en een warme glimlach iets met een mens. Dit viel me het meest op tijdens de corona-periode. We trokken toen vaak de straat op voor een wandeling en bij het kruisen van tegenliggers werden er regelmatig vriendelijkheden uitgewisseld. We hadden duidelijk allemaal nood aan warmte en verbinding. 

Wat in mijn geval echter de kroon spant, is werken in de voortuin. Mocht het gevoel van eenzaamheid opspelen, moet ik maar onkruid plukken tussen de steentjes aan de straat, bladeren harken op het gras of de rozen snoeien. Er is altijd wel iemand die zijn medeleven betuigt voor het rottige klusje, die vraagt of het niet te warm is in de zon (of te koud in de schaduw) of gewoon vriendelijk goedendag zegt. 

Dat klinkt misschien wollig of zelfs banaal, maar die zaken toveren wel een glimlach op mijn gezicht. En mijn voortuin heeft er maar baat bij. 

Mama van twee
12/01/2022

Volgende edities

'T GRAFIEKJE
• Uitgave week 13
27 - 28 maart
• Aanlevering:
di. 19 maart vóór 10u!

AFRIT31
• Uitgave week 14
3 - 4 april
• Aanlevering:
di. 26 maart vóór 10u!